Cellen, weefsels, organen

C

Elk levend lichaam is opgebouwd uit cellen. Deze vormen als het ware de bouwstenen van het lichaam. Ze hebben elk hun eigen vorm, afhankelijk van de functie.
Een groot aantal cellen van een zelfde soort vormt een weefsel.
Hieronder zie je een overzicht van verschillende soorten cellen, weefsels en functie:

CelsoortWeefselsoortFunctie
DekcellenDekweefsel (zoals huid en slijmvlies)Bescherming van het lichaam o.a. tegen uitwendige invloeden
SpiercellenSpierweefselKan samentrekken en ontspannen, zorgt voor beweging
BindweefselcellenBindweefselVerbinding tussen cellen onderling, weefsels onderling en organen onderling
Been- en kraakbeencellenBeen- en kraakbeen weefselVorming geraamte, geeft stevigheid
ZenuwcellenZenuwweefselControle van alles wat er in het lichaam gebeurt door afgifte en geleiding van prikkels
NiercellenNierweefselAfscheiding urine
LevercellenLeverweefselOmzetting voedingsstoffen e.d.


Een aantal weefsels tezamen kan een orgaan vormen.
De maag is bijvoorbeeld onder meer uit dekweefsel, spierweefsel en bindweefsel opgebouwd.
Een aantal organen die zich met dezelfde taak bezighouden, noemen we een orgaanstelsel.
Een voorbeeld daarvan is het spijsverteringsstelsel. Dat wordt gevormd door de mond- en keelholten, de slokdarm, maag, darmen en een aantal klieren die tezamen zorgen voor de spijsvertering. Het lichaam is opgebouwd uit een aantal verschillende orgaanstelsels.

Laten we eens inzoomen op de spijsvertering.
Om te kunnen functioneren heeft een levend lichaam energie nodig.
Voor levende wezens is de brandstof het voedsel dat wordt gegeten, maar dat voedsel is niet zomaar te gebruiken. In het spijsverteringsstelsel wordt het afgebroken tot kleine eenheden die het lichaam wél kan gebruiken als brandstof. De bruikbare stoffen worden via de darmwand opgenomen in het bloed en de overige stoffen worden als ontlasting afgevoerd.
Het bloed brengt de voedingsstoffen naar alle lichaamscellen.
In de longen komt zuurstof het lichaam binnen, die wordt opgenomen in het bloed.
Het bloed vervoert ook deze zuurstof naar alle lichaamscellen, waar met behulp van zuurstof de verbranding plaatsvindt. Daarbij komt energie vrij.
Een gedeelte van deze energie wordt gebruikt voor alle levensverrichtingen. De rest komt vrij in de vorm van warmte waarmee de lichaamstemperatuur op peil wordt gehouden. Tijdens de verbranding worden ook afvalstoffen (verbrandingsproducten) gevormd. Die worden aan het bloed afgegeven.

Twee van deze afvalstoffen, koolzuurgas en waterdamp, geeft het bloed af aan de longen.
De overige afvalstoffen worden door de lever en de nieren uit het bloed gefilterd.
Deze afvalstoffen worden, opgelost in water, als urine opgeslagen in de blaas en afgevoerd.
In het lichaam is altijd een voorraad brandstof aanwezig. In vetweefsel wordt vet opgeslagen, en zeer energierijke brandstof. Daarnaast zorgen ook de lichaamssuikers (glycogeen) voor directe energie.

Zuurstof kan niet in het lichaam worden opgeslagen. Als de ademhaling stopt, wordt eerst de zuurstof die in het lichaam aanwezig is opgebruikt. Maar als die op is, heeft het lichaam geen reserve meer. Zonder zuurstof vindt geen verbranding plaats, zodat er geen energie vrijkomt. De levensverrichtingen komen dan stil te liggen. Het ene orgaan kan veel langer zonder zuurstof dan het andere. Vooral de hersenen zijn erg kwetsbaar. Al een paar seconden nadat alle zuurstof uit het bloed is verdwenen, treedt bewusteloosheid op en na enkele minuten is al onherstelbare schade aangericht. Er moet dus voortdurend zuurstof via de longen aan het bloed worden afgegeven. Bij meer behoefte aan zuurstof zal het dier sneller en dieper gaan ademen.

Kun je nu voor jezelf, in je eigen woorden, uitleggen waarom levensreddend kunnen handelen letterlijk van levensbelang is?

Support

We are here to help you.
Please don't hesitate to contact us at contact@instituteforanimalethics.com or send us a DM.
Have a wonderful day!