
Spieren zijn opgebouwd uit dunne en zeer langgerekte spiercellen die zich kunnen verkorten als ze van het zenuwstelsel een prikkel krijgen om zich samen te trekken. Duizenden van deze vezels verenigen zich tot een bundeltje. Vele bundeltjes verenigen zich tot een bundel.
Vele bundels samen vormen samen een spier, die uiteindelijk dus uit tien- tot honderdduizenden spiercellen bestaat.
We kennen twee soorten spieren:
- de dwarsgestreepte of willekeurige spieren;
- de gladde of onwillekeurige spieren.
De dwarsgestreepte spieren (willekeurige spieren, rode of skeletspieren) gehoorzamen aan de wil en werken onder invloed van het bewustzijn. Willekeurige spieren kunnen zich snel en krachtig samentrekken, maar raken snel vermoeid. De uiteinden van een dwarsgestreepte spier zijn door middel van pezen met botten verbonden. Deze pezen zijn veel dunner dan de spier waardoor de botdelen waarmee hij verbonden is naar elkaar toe worden getrokken.
Voorbeelden van dwarsgestreepte spieren zijn alle skeletspieren. Bijvoorbeeld de biceps, arm- en beenspieren. Dwarsgestreept spierweefsel kennen we ook onder de naam ‘vlees.’
De gladde spieren (onwillekeurige of bleke spieren) zijn minder sterk ontwikkeld dan de dwarsgestreepte spieren. Onwillekeurige spieren werken onafhankelijk van de wil en buiten het bewustzijn om. Onwillekeurige spieren werken langzaam maar gestaag en raken niet snel vermoeid. Ze komen onder andere voor in de wanden van de darm, bloedvaten, blaas en baarmoeder. Een voorbeeld van glad spierweefsel is de pens. Als de gladde spieren zich samentrekken, bijvoorbeeld in de darmwand, dan wordt de darminhoud (het voedsel) in de darm verplaatst.
Misschien vraag je je inmiddels af: en het hart dan?
De hartspier is een uitzondering. De hartspier is een dwarsgestreepte spier, maar onwillekeurig. Het hart trekt zich snel en krachtig samen, maar raakt niet snel vermoeid in tegenstelling tot de overige dwarsgestreepte spieren.
Heb je ook iets afwijkends aan de kat op de bovenstaande foto gezien?